HISTOTHEEK




Joseph Kasavubu (ca. 1913-1969)




Na de toespraak van koning Boudewijn neemt Kasavubu, de eerste president, het woord en roept om het einde van zijn redevoering de onafhankelijkheid uit.



Kasavubu is de eerste president van de nieuwe staat van 1960 tot 1965 wanneer Mobutu de macht grijpt met een staatsgreep.



Filmfragment (1):

Excellentie, beste landgenoten

Op dit plechtige moment waarop de Republiek Congo zichzelf aan de wereld voorstelt en aan de geschiedenis, als volledig onafhankelijk en soeverein, (op het moment dat wij het onherroepelijke en definitieve van de stap die wij zetten, intens aanvoelen), kunnen wij niet nalaten de ernst van onze verantwoordelijkheid te peilen. En in diepgevoelde nederigheid aan God te vragen dat hij ons volk beschermt ons en zijn leiders verlicht.








Hieronder volgt de Franse tekst met vertaling.





Excellentie, beste landgenoten

Op dit plechtige ogenblik waarop de Republiek Congo zichzelf aan de wereld en aan de geschiedenis voorstelt, als geheel onafhankelijk en soeverein, - op het moment dat wij het onherroepelijke en definitieve van de stap die wij zetten, intens aanvoelen -, kunnen wij niet nalaten de ernst van onze verantwoordelijkheid te peilen. En in diepgevoelde nederigheid aan God te vragen dat hij ons volk beschermt ons en zijn leiders verlicht.



Voor alles, zou ik hier een emotie van erkentelijkheid willen uitdrukken, die wij voelen tegenover al die verborgen of heroïsche bewerkers van de nationale emancipatie, en tegenover hen die, overal op ons immense grondgebied, zonder berekening hun ontberingen, hun lijden en zelfs hun leven hebben gegeven opdat eindelijk hun stoutmoedige droom van een vrij en onafhankelijk Congo werkelijkheid mocht worden. (Applaus).

Ik denk aan die arbeiders van de werven, van de fabrieken, aan die landbouwers op onze vlakten en valleien, aan die intellectuelen ook, aan iedereen, jong en oud, die in hun hart een onweerstaanbaar ideaal van vrijheid hebben gevoeld, en die, wat er ook mocht gebeuren, trouw zijn gebleven aan dat ideaal en het hebben kunnen volbrengen. Ik denk ook aan onze vrouwen, die zonder een ogenblik te verzwakken, hun zonen, hun echtgenoten hebben kunnen troosten in hun prachtige strijd en zelfs dikwijls aan hun zijde bevinden tijdens de strijd.


Aan u allen, onovertroffen arbeiders van de grootheid van ons vaderland, drukt het onafhankelijke Congo, dat jullie geschapen hebben, met emotie zijn oneindige dankbaarheid uit en verzekert jullie plechtig dat jullie nooit zullen vergeten worden.

Keren we ons nu naar de toekomst.

De dageraad van de onafhankelijkheid breekt aan over een land waarvan de economische structuur merkwaardig is, heel evenwichtig en sterk eengemaakt. Maar de staat van de onafheid van het nationale bewustzijn onder de volkeren heeft bepaalde alarmen opgewekt die ik vandaag zou willen verdrijven, door heel de vooruitgang in herinnering te brengen die al verwezenlijkt is op dit domein en die de zekerste garanties vormen voor de nog af te leggen etappes.

Wat een verschil inderdaad, vanaf de stichting van ons land, tussen de bevolkingen, wat er toe bijdroeg van elkaar gescheiden te blijven, zonder de taaldiversiteit te onderlijnen, de gebruiken of de sociale structuren, laten wij eenvoudig denken aan de enorme afstanden die ons scheidden en het gebrek aan moderne communicatiemiddelen op het einde van vorige eeuw. Om elkaar te kennen, moest men elkaar ontmoeten

Een groot aantal van de volkeren die leven aan de rand van dit uitgestrekte land voelden zich weinig betrokken op elkaar. U hebt ons er vriendelijk aan herinnerd Sire, hoeveel de vooruitgang van de vervoersmiddelen gelukkig heeft bijgedragen het land in een netwerk van uitwisselingen die ook gediend heeft, en gaandeweg om de mensen dichter bij elkaar te brengen. De economische ontwikkeling van zijn kant, zal leiden tot het ontstaan van arbeiderssteden en van centra waar de onderdanen van verschillende etnische afkomst zullen leren om samen te leven, om elkaar beter te waarderen, en waar, onmerkbaar, een zekere osmose zal ontstaan. Waar de uitwisselingen vermenigvuldigen zich, worden de streken worden beetje bij beetje complementair aan elkaar en versterken zo hun samenwerking. De ontwikkeling van het onderwijs, het oprichten en het verspreiden van kranten, de vermeerdering van radioposten, dat alles zal bijdragen aan de geboorte – eerste in de steden, daarna in de landelijke milieus – van een publieke opinie, van waar, beetje bij beetje, een echt nationaal bewustzijn zichtbaar zal worden.

België heeft de wijsheid gehad om zich niet te verzetten tegen de loop van de geschiedenis, en, terwijl het de grootheid van het vrijheidsideaal begrijpt dat alle Congolese harten bezielt, heeft het -.een feit zonder precedent in de geschiedenis - ons land van een vreedzame kolonisatie, onmiddellijk en zonder overgang van de buitenlandse overheersingen doen overgaan tot de onafhankelijkheid, metv olledige nationale soevereiniteit (applaus).

Maar, indien wij ons kunnen verheugen in deze beslissing, mogen we toch niet vergeten dat het vanaf nu aan ons is om het over te nemen en om de materialen van onze nationale eenheid te verzamelen, om onze natie te bouwen in eenheid en in solidariteit.

Wij beschikken voor dit over een brede waaier aan middelen, maar wij zullen die met wijsheid moeten gebruiken, zonder overhaasting of traagheid. (Het moet gebeuren) met de zorg om zich harmonieus aan te passen aan het normale ritme van de dingen, zonder dat de bevolkingen - door een te vlugge stap - buiten adem geraken en aan de kant van de weg achter blijven, (Het moet gebeuren) zonder zich evenmin te wentelen in een gelukzalige bewondering van wat al gebeurd is. Het nationale bewustzijn duwt sinds lang de Congolese bevolkingen naar meer solidariteit: wij moeten meer dan ooit die beweging van nationale toenadering aanmoedigen.

Een speciale rol zal in dit zoeken naar een grotere nationale cohesie opgedragen zijn aan de centrale instellingen van het land en vooral aan de actie van de wetgevende kamers. Bepaalde mensen onder ons, heren senatoren en volksvertegenwoordigers, hebben voor de eerste keer, zonder twijfel, verkozenen uit andere provincies ontmoet. Hun verrassing was groot om de constateren dat uw ideaal en uw bekommernissen zo dicht bijeen waren. Ik ben ervan overtuigd dat u van die fundamenten de echte smeltkroes van een steeds verder ontwikkeld nationaal bewustzijn zult maken. Wij zullen ook in heel het land verder moeten assimileren van wat tachtig jaar van contact met het Westen ons aan goeds heeft gebracht: de taal, die het onmisbare instrument is voor de harmonisatie van onze relaties, de wetgeving die, onmerkbaar, de evolutie van onze verschillende gewoonten heeft beïnvloed en ze langzaam heeft in elkaar gewezen, en tenslotte en vooral, de cultuur. Een fundamentele culturele verwantschap brengt alle Bantoes al dichter bij elkaar, ook het contact met de christelijke beschaving en de wortels die deze beschaving geduwd hebben. Op die manier zullen ze het met nieuwe leven ingeblazen bloed in staat stellen onze culturele manifestaties een originaliteit en een heel bijzondere schittering te geven. We zullen ons inzetten om de opkomst van die nationale cultuur te bevorderen en alle bevolkingsgroepen te helpen de boodschap te begrijpen en de reikwijdte ervan te verdiepen. We hebben hier een essentiële opdracht te vervullen, omdat cultuur het echte cement van de natie zal zijn.

Dit werk, evenals het samenbrengen van de elementen voor onze nationale eenheid, moet de overheersende zorg van iedereen worden. Geen enkele inwoner van dit land kan weigeren deel te nemen aan dit grote werk. Hiervoor zullen we – in ons land, een enorme bouwplaats met veertien miljoen mensen - al diegenen die daar werken met enthousiasme verlichten en begeleiden. Het is dit geheel van inspanningen, van pijn en inspanning, die zeker zal leiden tot de eenmaking van alle Congolezen in een grote, zelfstandige en solide natie. Zo laten we met onze acties aan de wereld zien dat we het vertrouwen waard zijn dat het volk in ons heeft gesteld en waarvan veel landen al van getuigen. We zullen ze niet teleurstellen. (Applaus)


Sire, de aanwezigheid van uwe Eerbiedwaardige Majesteit op de plechtigheden van deze gedenkwaardige dag vormt een overduidelijk en nieuw bewijs van Uw bezorgdheid voor al die bevolkingen die u heeft liefgehad en beschermd. Ze zijn blij dat ze vandaag zowel hun waardering voor de gulle weldaden van U en Uw illustere voorgangers hun als hun vreugde voor het begrip waarmee U hun verlangens tegemoet bent gekomen kunnen zeggen.

Ze hebben Uw boodschap van vriendschap met alle respect ontvangen alsook de vurigheid waarmee U hen omringd en ze zullen zich de woorden die U net tot hen gericht hebt op dit ontroerend uur nog lang herinneren.

Ze zullen ten volle de prijs van de vriendschap die België hen aanbiedt weten te appreciëren en ze begeven zich met enthousiasme op de weg van een oprechte samenwerking.

Heren, vertegenwoordigers van het buitenland, u hebt onze vreugde zo vriendelijk gedeeld en u heeft ons vereerd om in grote getale deze historische dagen met ons te vieren. Vriendschapsrelaties zullen daarom gemakkelijk morgen tot stand kunnen worden gebracht tussen ons land en elk van de staten die u vertegenwoordigt.

U ziet rondom u het immense enthousiasme ziet dat de ganse naties in de greep heeft, u die onze wens voelt om te slagen en het goed te doen, ik vraag u om de wereld dit hoopvolle beeld dat u zult meenemen uit Congo te leren kennen, en wat haar ware gelaat is.

Namens de natie proclameer ik de geboorte van de Republiek Congo.

Joseph Kava-Vubu, staatshoofd

 

Excellences, mes chers compatriotes,

Au moment solennel où la République du Congo se présente au monde et à l'Histoire, pleinement indépendante et souve-raine, au moment où nous ressentons in-tensément le caractère irrévocable et définitif du pas que nous franchissons, nous ne pouvons pas nous empêcher de mesu-rer la gravité de nos responsabilités et, dans une attitude de profonde humilité, de demander à Dieu qu' il protège notre peuple et qu'il éclaire tous ses dirigeants.


Avant toute chose, je voudrais exprimer ici une émotion, la reconnaissance que nous ressentons envers tous ces artisans obscurs ou héroïques de l'émancipation nationale, et tous ceux qui, partout sur notre immense territoire, ont donné sans compter leurs forces, leurs privations, leurs souffrances et même leur vie pour que se réalise enfin leur rêve audacieux d'un Congo libre et indépendant. (Applaudissements.)

Je pense à ces travailleurs des chantiers, des usines, à ces agriculteurs de nos plaines et de nos vallées, à ces intellectuels aussi, à tous ceux, jeunes ou vieux, qui ont senti mon-ter dans leur cœur un irrésistible idéal de li-berté et qui, quoi qu'il put arriver, ont su rester fidèles à cet idéal et ont su l'accomplir. Je pense à nos femmes aussi qui, sans faiblir un seul instant, ont su réconforter leurs fils, leurs époux dans leurs luttes magnifiques et souvent même, se trouver à leurs côtés au plus près du combat.


À vous toutes et à vous tous, artisans incom-parables de la grandeur de Notre patrie, le Congo Indépendant que vous avez créé vous dit avec émotion sa gratitude infinie et vous assure solennellement que jamais vous ne serez oubliés.

Tournons-nous maintenant vers l'avenir.

L'aube de indépendance se lève sur un pays dont la structure économique est remarquable, bien équilibrée et solidement unifiée. Mais l'état d'inachèvement de la conscience nationale parmi les populations a suscité certaines alarmes que je voudrais dissiper au-jourd'hui, en rappelant tous les progrès qui ont déjà été accomplis en ce domaine et qui sont les plus sûrs garants des étapes qui restent à parcourir.


Que de différences, en effet, lors de la fonda-tion de notre pays, entre des populations que tout contribuait à maintenir écartées les unes des autres : sans souligner les diversités de langues, de coutumes ou de structures so-ciales, rappelons simplement les distances énormes qui nous séparaient et le manque de moyens modernes de communication de la fin du siècle passé. Pour se reconnaître, il a fallu se rencontrer.

Bon nombre de populations vivant aux con-fins de ce vaste pays se sentaient peu proches les unes des autres. Vous avez bien voulu rappeler, Sire, combien le progrès des moyens de déplacement contribua heureusement à enserrer le pays dans un réseau d'échanges qui servit aussi, et grandement, à rapprocher les hommes. Le développement économique, de son coté, amena la création de cités de travailleurs et de centres où les ressortissants des différentes ethnies appri-rent à vivre ensemble, à mieux s'apprécier et où, insensiblement, une certaine osmose s'opéra. Les échanges se multipliant, les ré-gions devinrent petit à petit complémentaires les unes des autres et renforcèrent ainsi leur collaboration. Le développement de l'instruction, la création et la diffusion des journaux et périodiques, la multiplication des postes de radio, tout cela contribua à la naissance dans les villes d'abord, dans les milieux ruraux ensuite, d'une opinion publique d'où, petit à petit, se dégagèrent les éléments d'une véritable conscience nationale.



La Belgique a eu alors la sagesse de ne pas s'opposer au courant de l'histoire et, compre-nant la grandeur de l'idéal de la liberté qui anime tous les coeurs congolais, elle a su, fait sans précèdent dans l'histoire d'une colonisation pacifique, faire passer directement et sans transition notre pays de la domination étrangère à l'indépendance, dans la pleine souveraineté nationale. (Applaudissements.)


Mais, si nous pouvons nous réjouir de cette décision, nous ne devons pas oublier que c'est à nous désormais à prendre le relais et à rassembler les matériaux de notre unité na-tionale, à construire notre nation dans l'union et dans la solidarité.


Nous disposons pour cela d'un large éventail de moyens, mais il faudra que nous les utili-sions avec sagesse, sans hâte ni lenteur, avec le souci de s'adapter harmonieusement au rythme normal des choses, sans essouffler les populations par une marche trop rapide qui les laisserait hors d'haleine sur le bord de la route, mais sans se complaire non plus dans une admiration béate de ce qui est déjà fait. La conscience nationale pousse depuis longtemps les populations congolaises vers plus de solidarité : nous aurons à favoriser plus que jamais ce mouvement de rapprochement national.


Un rôle tout spécial sera dévolu, dans cette recherche d'une plus grande cohésion natio-nale, aux institutions centrales du pays et surtout à l'action des Chambres législatives. Certains d'entre nous, Messieurs les Sénateurs et Messieurs les Députes, ont pour la première fois, sans doute, côtoyé des élus venant d'autres provinces. Grande a été leur surprise de constater que votre idéal et vos préoccupations étaient si proches les uns des autres. J'ai la conviction que vous ferez de ces assises le véritable creuset d'une cons-cience nationale toujours plus développée. Nous saurons également, dans tout le pays, développer l'assimilation de ce que quatre-vingts ans de contact avec l'Occident nous a apporte de bien : la langue, qui est l'indispen-sable outil de l'harmonisation de nos rapports, la législation qui, insensiblement, a influencé sur l'évolution de nos coutumes diverses et les a lentement rapprochées et, enfin et sur-tout, la culture. Une affinité fondamentale de culture rapproche déjà tous les Bantous, aus-si le contact de la civilisation chrétienne et les racines que cette civilisation a poussé en nous permettront aux sangs anciens revivifiés de donner à nos manifestations culturelles une originalité et un éclat tout particulier. Nous aurons à cœur de favoriser l'éclosion de cette culture nationale et d'aider toutes les couches de la population à en percevoir le message et à en approfondir la portée. Nous aurons là une mission essentielle à remplir, car la culture sera le véritable ciment de la nation.



Cette recherche, ainsi que la mise en place des matériaux destinés à notre unité nationale, doit devenir la préoccupation dominante de tous. Aucun habitant de ce pays ne peut se refuser de participer à cette oeuvre capi-tale. Nous saurons pour cela, dans ce vaste chantier de quatorze millions d'hommes qui est notre pays, éclairer et guider tous ceux qui y œuvrent dans l'enthousiasme. C'est cette communauté d'efforts, de peines et de travail qui achèvera le plus sûrement d'unir tous les Congolais en une grande, seule et solide na-tion. Nous montrerons ainsi au monde, par nos actes, que nous sommes dignes de la confiance que le peuple a placée en nous, et que de nombreux pays nous témoignent dé-jà. Nous ne les décevrons pas. (Applaudissements.)


Sire, La présence de votre Auguste Majesté aux cérémonies de ce jour mémorable constitue un éclatant et nouveau témoignage de Votre sollicitude pour toutes ces populations que vous avez aimées et protégées. Elles sont heureuses de pouvoir dire aujourd'hui à la fois leur reconnaissance pour les bienfaits que Vous et Vos illustres prédécesseurs leur avez prodigués, et leur joie pour la compréhension dans laquelle Vous avez rencontré leurs aspirations.

Elles ont reçu Votre message d'amitié avec tout le respect et la ferveur dont elles Vous entourent et garderont longtemps dans leur coeur les paroles que Vous venez de leur adresser en cette heure émouvante.

Elles sauront apprécier tout le prix de l'amitié que la Belgique leur offre et elles s'engageront avec enthousiasme dans la voie d'une collaboration sincère.

Messieurs les Représentants des Pays Étrangers, Vous avez bien voulu partager nos joies et vous nous avez fait l'honneur de venir nombreux célébrer avec nous ces journées historiques. Aussi des relations d'amitié seront-elles faciles à nouer demain entre notre pays et chacun des États que Vous représentez.


Vous qui voyez autour de vous l'immense enthousiasme qui s'empare de toute la Nation, vous qui sentez notre désir de réussir et de bien faire, je vous demande de faire con-naître au monde cette image pleine d'espoir que vous emporterez du Congo, et qui est sa vraie image.

Je proclame, au nom de la Nation, la naissance de la République du Congo.

Joseph Kasa-Vubu, Chef de l'État







Bronnen:

Les discours prononcés par le Roi Baudouin Ier, le Président Joseph Kasa-Vubu et le Premier Ministre Patrice-Emery Lumumba lors de la cérémonie de l’indépendance du Congo (30 juin 1960) à Léopoldville (actuellement Kinshasa) (19 -01-2003), in  ISEEWANGA INDONGO-IMBANDA &  GERTRUD KANU, Kongo-Kinshasa http://www.kongo-kinshasa.de/dokumente/lekture/disc_indep.pdf  [20 maart 2010]  -  vertaling J. Philips

Voor de tekst van de toespraak in pdf-formaat (Frans met Nederlandse vertaling) zie:
Joseph Kasavubu, Toespraak ter gelegenheid van de de onafhankelijkheid van Congo, Leopoldville (nu Kinshasa) 30 juni 1960, in Histotheek (2010)  http://histotheek.classy.be/kasavubu30juni.pdf


© J. Philips - 2010